Als vervanging voor statief kun je een simpel touwtje gebruiken. Strak trekken met een lusje in de hand en een voet op het andere eind. Een stok is ook een goed hulpmiddel.

Zorg voor een goede belichting, neem een lampje mee.

Als het licht van het lampje te ‘hard’ is, is het te filteren door bijvoorbeeld een lensschoonmaakdoekje.

Gebruik maken van reflecterend invullicht door bijvoorbeeld een wit vel papier.

Kleurtemperaturen niet laten reflecteren, dat levert een onecht plaatje op.

Gebruik een polarisatiefilter. Het is een goede lensbescherming en haalt schitteringen weg.

Hou, over het algemeen, de lucht zoveel mogelijk buiten beeld om overbelichting te voorkomen.

Pas op voor schaduwen in beeld. Die van jezelf bijvoorbeeld als je de zon in de rug hebt.

Zorg in een lichte omgeving (bijvoorbeeld sneeuw) er altijd voor dat je de zon in de rug hebt om te grote contrasten te voorkomen.

De mooiste beelden krijg je bij slechte omstandigheden. Bij regen, mist en veel wolken is het licht mooi gelijkmatig.

Hou, als je het oculair gebruikt, wel je omgeving in het oog door, indien mogelijk, ook je andere oog open te houden.

Bepaal je positie. Niet heen en weer lopen om het onderwerp goed, beter en best in beeld te krijgen, maar eerst je plaatje bepalen en dan pas gaan filmen. Een diagonale lijn is effectiever en esthetischer.

Breedbeeld (dus filmen van zijaanzicht) is vaak saai, een bewegend onderwerp dat naar je toekomt is daarin weer dynamisch.

Zorg voor een gevuld kader. Altijd iets op de voorgrond.

Let op de compositie. Als iemand in beeld naar links kijkt, zorg dan voor een ‘open’ beeld. De persoon dan dus rechts in beeld houden.

Zorg dat het onderwerp loskomt van de achtergrond.

Bij stilstaand beeld: autofocus uit! Vervolgens eerst inzoomen, dan scherpstellen en dan eventueel uitzoomen.

Zoom alleen als noodzakelijk!

Hou rekening met de snelheid van je onderwerp(en). Hanteer dezelfde snelheid om onrustig beeld te voorkomen.

Denk om het gebruik van je as. Het bewegen moet in een logische volgorde gebeuren, met eventueel een tussenshot om de beelden aan elkaar te plakken.

Laat het beeld bepalen wat er gebeurt.

Alleen ‘pannen’ bij het volgen. Panorama’s en dergelijk komen veel mooier uit dmv totaalshots en close-ups ed.

Tilten doe je alleen om nadruk te leggen op het onderwerp. Hoe hoog is het gebouw etc.

Rijder/volgshot: zorgt voor dynamiek/betrokkenheid door de beweging die de camera maakt.

Gebruik een externe microfoon om zoveel mogelijk ruis en bijgeluiden te voorkomen.

Gebruik dan ook een koptelefoon.

Zorg voor continuïteit. Kleding, tijd, zonlicht, etc moeten allemaal wel bij elkaar passen.

Voor het scherp en duidelijk krijgen van de voorgrond bij bijvoorbeeld zonnige omstandigheden kan ook de exposure knop worden gebruikt. Het diafragme slaat dan niet dicht.

---

Aanvullingen (o.a. tips van anderen):

Neem een zakje rijst mee. 200 gram inhoud is al voldoende.
Het zakje kan je overal opleggen. Rots, weipaaltje, bankje, stoel, dashboard, rand van openstaand raam enz.
Hier plaats je dan je camera op die je ook kan zetten in welke richting je wil. Uiteraard voor stilstaande beelden.
Uiteraard zijn er alternatieven. Bijvoorbeeld een zakje kersenpitten (wordt verkocht als nekwarmer) voldoet ook uitstekend.